SLAA

SLAA

Stadsgedicht: De eerste zes

Marjolijn van Heemstra

Stadsgedicht: De eerste zes

Marjolijn van Heemstra

De eerste zes

De eerste zes kregen een bed en ruime plek op de voorpagina
van een krant in de stomtoevallige stad van landing. Onder hen
een jonge vrouw met een profiel vol vakantiekiekjes.
Haar reis werd halverwege vlucht, ze arriveerde met de zee nog
in haar haren, een tas vol zomerjurkjes. De eerste zes. Een getal zo klein
vergeleken bij wat er op het spel staat, de hele rammelende wereld-
orde van ego’s en grenzen. Zes namen zijn makkelijk te onthouden.
Zes lichamen passen rond een middelgrote tafel en vormen
volgens onderzoek het ideale aantal voor een missie naar Mars.
Een kleine crew door geweld uit zijn baan geslingerd. Niet langer
de vredige cirkel van huis naar ergens naar huis. In schuifelpas
naar onbestemd nu, die wankele mars van miljoenen.
Als het gaat zoals het vaker gaat zullen we ze hier met versleten knuffels
overspoelen en nederigheid verwachten. Als het gaat zoals ik hoop
zal het omgekeerd zijn. Maakt hun aanwezigheid bescheiden, geven wij
niet wat we makkelijk missen, maar vragen we wat nodig is en zwijgen
voor even als zij praten.

Dit gedicht stond 8-3-2022 in Het Parool en werd geschreven bij het bericht over de aankomst van de eerste gevluchte Oekraïners in Amsterdam.
Foto: Bianca Sistermans