SLAA

SLAA

Emil Cioran – De anti-profeet

Miriam Rasch

Emil Cioran – De anti-profeet

Miriam Rasch

Miriam Rasch koos dit essay van Emil Cioran om te bespreken tijdens de tweede aflevering van Het essay, een podcast van SLAA en De Nieuwe Garde. In deze nieuwe podcast ontvangt Roos van Rijswijk iedere aflevering een gast die een bijzonder essay meeneemt. Ze praten over het gekozen stuk, essayistiek in het algemeen en eigen werk. Waarom is dit essay relevant, of belangrijk voor het werk van de gast? Wat kan het essay brengen dat andere vormen niet kunnen? Na het gesprek wordt het gekozen essay in de podcast voorgelezen. Hieronder kun je het zelf teruglezen in vertaling van Pieter Appels.

Luister hier de eerste aflevering van Het essay.

Emil Cioran

Emil Cioran – De anti-profeet

In ieder mens schuilt een profeet en wanneer deze ontwaakt, is er een beetje meer kwaad in de wereld…

Onze voorliefde om te verkondigen zit zo in ons verankerd dat zij ontspringt aan diepten die onbekend zijn aan de overlevingsdrang. Iedereen wacht zijn moment af om iets voor te stellen: om het even wat. Hij heeft een stem: dat is genoeg. We betalen er een hoge prijs voor niet doof en niet stom te zijn.

Van de vuilnismannen tot de snobs, allemaal verbruiken zij hun misdadige vrijgevigheid, allemaal delen zij recepten van geluk uit, allemaal willen zij de stappen van iedereen regelen: het samenleven wordt er ondraaglijk door, en het leven met zichzelf nog ondraaglijker; wanneer men zich niet met andermans zaken bemoeit, is men zo ongerust over de zijne dat men zijn ‘ik’ omzet in religie of het, als een omgekeerde apostel, ontkent; wij zijn slachtoffers van het universele spel…

De overvloed aan oplossingen voor aspecten van het bestaan wordt slechts geëvenaard door hun futiliteit. De Geschiedenis: fabriek van idealen… waanzinnige mythologie, razernij van horden en eenzaten… weigering de realiteit te zien zoals zij is, dodelijke dorst naar ficties…

De oorsprong van ons handelen is gelegen in een onbewuste neiging onszelf als het middelpunt, de reden en het einddoel van de tijd te wanen. Onze reflexen en onze hoogmoed transformeren het stukje vlees en bewustzijn dat wij zijn tot een planeet. Als wij het juiste besef hadden van onze positie in de wereld, als vergelijken onafscheidbaar was van leven, zou de openbaring van onze nietigheid ons verpletteren. Maar leven, dat is blind zijn voor zijn eigen afmetingen.

Als al onze handelingen – van de ademhaling tot het vestigen van keizerrijken of metafysische systemen – uit een illusie over onze belangrijkheid stammen, dan geldt dat des te meer voor het profetische instinct. Wie, met zijn onbeduidenheid scherp voor ogen, zou invloed proberen te hebben en zich opwerpen als verlosser?

Nostalgie naar een wereld zonder ‘ideaal’, naar een lijdensweg zonder doctrine, naar een eeuwigheid zonder leven: het Paradijs… Maar we zouden geen seconde kunnen bestaan zonder onszelf een rad voor ogen te draaien: de profeet in ieder van ons is wel degelijk de korrel waanzin die ons doet gedijen in onze leegte.

De volmaakt lucide, dus volmaakt normale mens, zou geen behoefte hebben aan iets buiten de leegte in zichzelf… Ik stel me voor hem te horen zeggen: ‘Losgemaakt van het doel, van alle doelen, houd ik van mijn verlangens en mijn bitterheden slechts de formules over. Omdat ik aan de verleiding om te besluiten heb weerstaan, heb ik de geest overwonnen, zoals ik het leven heb overwonnen door de afkeer er een oplossing voor te zoeken. Het schouwspel van de mens – wat een braakmiddel! De liefde – een ontmoeting tussen twee speeksels… Alle gevoelens putten hun absolute waarde uit de miserie van de klieren. Er is slechts waardigheid in de ontkenning van het bestaan, in een glimlach die over verwoeste landschappen hangt.’

(Vroeger had ik een ‘ik’; nu ben ik niet meer dan een object… Ik prop me vol met alle verdovende middelen van de eenzaamheid; die van de wereld waren te zwak om me mezelf te doen vergeten. Nu ik de profeet in mijzelf heb gedood, hoe zou ik nog een plaats onder de mensen kunnen hebben?)

Emil Cioran – ‘De anti-profeet’
Vertaling: Pieter Appels
Historische Uitgeverij Groningen, 2017

 

Foto: Merlijn Doomernik

Miriam Rasch is essayist en werkt bij het Instituut voor Netwerkcultuur van de Hogeschool van Amsterdam. Ze studeerde literatuurwetenschap en filosofie, en schrijft essays en kritieken voor onder meer De Gids, De Groene Amsterdammer, Revisor en het Amerikaanse deep-webmagazine The Torist. In 2015 won ze de Jan Hanlo Essayprijs Klein. Haar haar essaybundel Zwemmen in de oceaan. Berichten uit een postdigitale wereld (2017) werd genomineerd voor de Socratesbeker 2018. In mei 2020 verscheen haar boek Frictie, over de ethische dilemma’s rond de steeds verder reikende invloed van data. Ze was te gast in Het essay – aflevering 2.