SLAA

SLAA

Stadsgedicht: Amsterdammertje

Stadsgedicht: Amsterdammertje

Amsterdammertje

Er zijn regels,
want pas als jij jouw favoriete Indonesische toko hebt zien veranderen in
een hipsterkoffiebar met antracietkleurige muren,
je het verschil weet tussen Oud-West en BoLo & Co

De drukte geen ergernis meer in je opwekt,
maar je de hoekjes met groen begint te zien in
de hernoemde steegjes

Als je kan schakelen van het perspectief van een
bicultureel transgender persoon naar het lot van een oudere witte noorderling
die het allemaal niet meer zo goed kan horen

Als je in het winkelcentrum van Reigersbos bent geweest,
de laatste metro hebt gemist, onderdeel bent van een broedplaats,
je je regelmatig afvraagt: waar stond mijn fiets ook alweer?

Je de pijn voelt van de ongelooflijk lange weg
die sommige mensen hebben afgelegd om hier te zijn,
klein maar mooi stukje grond

Als het soms ook even kan schuren,
je iemand ‘Klootzak!’ toeroept, maar niet bang bent om terug te keren
om te zeggen dat je het niet meende.

Als het levenslied van Adje, André Hazes of thc
jou op het lijf geschreven is,
je Smibanese kan praten of Patta rockt

Pas als je je druk maakt om de huizenmarkt maar tegelijkertijd voor geen cent
verderop zou willen wonen, je ziet hoe er steeds meer
stadsgenoten noodgedwongen afscheid nemen

Je je fijn voelt in een stampvolle, bloedhete tent op Kwaku,
de Uitmarkt, Milkshake, in Paradiso. Je zorg draagt
voor de mensen en het ritme

Niet alleen bij leven maar ook daarna,
verheven tot grafmonument.
Pas dan kan je zeggen: ik ben een Amsterdammer.