Poëziecafé: Piet Gerbrandy
Piet Gerbrandy (1958) is classicus, dichter, essayist en toonaangevend poëziecriticus. Over zijn dichtbundel De zwijgende man is niet bitter (2001) schreef Kester Freriks: ‘Gerbrandy duwt de taal over de rand van het poëtische; als hij al zou zingen op dichterlijke wijze, is dat met ruige stem begeleid door bonkige paukenslag’. Zelf zei Gerbrandy over de ‘noodzaak’ van poëzie: ‘Er moet helemaal niet gedicht worden, dichten maakt het soms zelfs erger. Maar dat neemt niet weg dat de poëzie mij helpt om een bolwerk op te richten tegen de boze wereld: gedichten zijn een soort cyclopische muren. Het leven is een voortdurend gevecht, tegen de wanhoop, de angst, de zinloosheid, kortom tegen de demonen. Daar moet je je tegen wapenen. Als je niet je best doet, wordt het helemaal niks.’
In deze aflevering van het Poëziecafé wil Piet Gerbrandy de poëzie in zijn meest elementaire vorm onderzoeken: als klankmuziek en als ritueel. Het Mondriaan Kwartet zorgt voor een muzikale vuurdoop in de vorm van de Girlsss-collection van Chiel Meijering. Vervolgens brengt Tsjêbbe Hettinga met sjamaanse intensiteit een gedicht in het Fries. Piet Gerbrandy zelf formuleert gedachten over ‘hoe poëzie werkt’, en acteur Guy Clemens (o.v.) vertolkt Gerbrandy’s gloednieuwe monoloog ‘Zeewind in een pijnboom’. Na de pauze analyseert Jan de Roder bepaalde neuropsychologische aspecten van poëzie, waarna Mustafa Stitou en Saskia de Jong een huiveringwekkende dialoog aangaan, waarbij ze al improviserend op elkaar reageren met gedichten.