SLAA

SLAA

De Leestip van Jan Postma

De Leestip van Jan Postma

Jan Postma studeerde politicologie, internationale betrekking en journalistiek. Sinds 2010 schrijft hij voor De Groene Amsterdammer over literatuur, fotografie en beeldende kunst. In het voorjaar van 2017 verscheen zijn essaybundel Vroege werken

Geen zomers boek, geen zomerse zorgeloosheid en geen zomers gemak. 
(Jan Postma)

Geen zomers boek, geen zomerse zorgeloosheid en geen zomers gemak. Ik weet niet zeker hoe en waarom ik hiermee denk weg te komen, maar voordat ik er erg in had was mijn keuze gevallen op een titel die, welbeschouwd, met geen mogelijkheid als ‘zomers’ kon worden omschreven. Autumn Journal is, de titel zegt het al, een herfstboek. Maar het wordt erger. Het is een Engels gedicht van boeklengte. Louis MacNeice (1907 – 1963) schreef het gedurende de laatste maanden van 1938.

Maar het opent in augustus, en wellicht bent u het soort lezer dat net als ik ook op vakantie graag dingen leest die zich niet direct laten doorgronden. Lezen als reiken naar iets waarvan je niet weet of je het zult kunnen aanraken. Iets pretentieus naast al die gemakkelijk te verteren verstrooiing.

MacNeice werd in zijn tijd bewonderd, maar hij stierf jong door een stom toeval en net als eigenlijk al zijn generatiegenoten heeft zijn reputatie zich nooit vanonder die van zijn vriend W.H. Auden vandaan weten te worstelen.

De dichter John Betjeman, die met MacNeice op school zat, herinnerde hem zich jaren later zo: ‘He was younger than me, but much cleverer. […] I suppose I was a bit jealous. Because Louis was good at work, a clever classical scholar, and he enjoyed games – which I loathed. And games were of course worshipped at Marlborough. Louis, even in those days, one knew without having to ask him, he was a poet. He looked like a poet. He had large eyes and he looked rather like a frightened hare. And a pale face and a dreaming appearance. And he was always writing.

De afstand in de tijd, de mij onbekende namen van bomen en bloemen en het feit dat ik op dit gebied geen geoefende lezer ben maken dat ik me zo nu en dan tot een woordenboek of het internet moet wenden. Maar het is in de kern geen moeilijk te doorgronden poëzie die MacNeice schreef. Zijn toon is eerder speels en slim, lichtvoetig en melancholisch.

Autumn Journal is het verslag van een herfst waarin de verteller ziet hoe de wereld om hem heen in een razend tempo verandert. Het is de aanloop van wat hij nog niet kan bevroeden: de Tweede Wereldoorlog. Maar tegelijkertijd is het het verslag van een herfst waarin een liefde sneuvelt. Of zachtjes op zijn einde loopt.

September has come, it is hers
Whose vitality leaps in the autumn,
Whose nature prefers
Trees without leaves and a fire in the fireplace.
So I give her this month and the next
Though the whole of my year should be hers who has rendered already
So many of its days intolerable or perplexed
But so many more so happy.
Who has left a scent on my life, and left my walls
Dancing over and over with her shadow
Whose hair is twined in all my waterfalls
And all of London littered with remembered kisses.

MacNeice ziet de kleine dingen om zich heen, maar staat met twee benen in de historische werkelijkheid. In het tumult van de wereldgeschiedenis is hij echter op zoek naar iets als een emotionele waarheid. Precies waarvoor de poëzie volgens mij op aarde is, het reiken naar een grotere waarheid dan de feitelijke. In de beschrijvingen proberen te raken aan iets onzegbaars. Iets dat zo kernachtig voelt dat het wel waarheid moet zijn. Als een natuurkundige die de eenvoud van zijn theorie behalve op intellectueel ook op emotioneel niveau weet te waarderen.

So on this busy morning I hope, my dear,
That you are also busy
With another vintage of another year;
I wish you luck and I thank you for the party –
A good party though at the end my thirst
Was worse than at the beginning
But never to have drunk no doubt would be the worst;
Pain, they say is always twin to pleasure.
Better to have these twins
Than no children at all, very much better
To act for good and bad than have no sins
And take no action either.
You were my blizzard who had been my bed.
But taking the whole series of blight and blossom
I would not have choose a simpler crop instead;
Thank you, my dear – dear against my judgment.

De verteller is degene die wordt verlaten, maar wrok of wraakgevoelens zijn hem vreemd. Zoals Auden jaren later dichtte: ‘If equal affection cannot be / Let the more loving one be me’.

De verteller schikt zich in zijn lot en blijft geloven dat geen einde dat wat eraan voorafging ongedaan kan maken.

Auteur: Louis Macneice
Titel: Autumn Journal
Deze editie: 1939
Uitgever: Faber and Faber
Tekst&beeld: Jan Postma&SLAA ©

De Leeslijst is een concept van SLAA. Iedere zomer vraagt SLAA schrijvers en artiesten naar hun favoriete boekentip. Op zoek naar leesinspiratie? Lees vanaf nu iedere week een boekentip op SLAA.nl.