Stadsgedicht: Monument
Anna Enquist
Nieuw in Stadsgedicht
- Stadsgedicht: Kleine feestdagen
- Stadsgedicht: Tentoongesteld
- Stadsgedicht: Thuismarkt
- Stadsgedicht: George Floyd
- Stadsgedicht: The Black Mamba
- Stadsgedicht: Amsterdammertje
- Gershwin Bonevacia bij PAUW
- Stadsgedicht: De nacht wacht op niemand
- Stadsgedicht: Tot laat
- Stadsgedicht: De eerste keer
Monument
‘Deze metro gaat richting Centraal Station.’
Het galmt. Mijn kleinzoon straalt. ‘Oma,
ze zeggen het!’ Het brandpunt van zijn wereld
ligt aan ’t IJ. Roltrap. We stijgen op.
Hoofd in zijn korte nek, hand in mijn hand.
De treinen, trams, de bussen. Kleurige stenen,
torens met hun klokken, beelden, gouden slingers
aan de wand. Zo wordt de glorie van de stad
zijn hersens in geprent. Ik zie een pronkend
bouwsel dat de vluchtweg naar het water bruut
blokkeert. Sloopkogel, bomkanon? Kijk naar
zijn glad gezicht, aanvaard dit monument.
Anna Enquist
Nieuw in Stadsgedicht
- Stadsgedicht: Kleine feestdagen
- Stadsgedicht: Tentoongesteld
- Stadsgedicht: Thuismarkt
- Stadsgedicht: George Floyd
- Stadsgedicht: The Black Mamba
- Stadsgedicht: Amsterdammertje
- Gershwin Bonevacia bij PAUW
- Stadsgedicht: De nacht wacht op niemand
- Stadsgedicht: Tot laat
- Stadsgedicht: De eerste keer