SLAA

SLAA

Stadsgedicht: Omafiets

Marjolijn van Heemstra

Stadsgedicht: Omafiets

Marjolijn van Heemstra

Omafiets

Stadsbestuur,

Vanaf het prille begin kreeg ik een stigma:
waar denk je aan bij het woord oma? Traag?
Moeilijk berijdbaar? Ik droeg mijn naam
als geuzennaam, tot elke Amsterdammer
op mijn zadel wilde, de meest gejatte fiets
van de stad, mijn bel sloeg de maat,
ik bepaalde het tempo in de straten.

Versnellingen? Voor sukkels! Snelheid is
samenspel van spierkracht en trappers.
Ik liet mijn berijders door slagregens zwoegen,
doorweekt maar voldaan, want hoe je fietst
is hoe je leeft en moeite geeft voldoening
om het karakter dat ze kweekt. Dit is waarom
ik u schrijf: de stad raakt haar ritme kwijt.

Niet langer bepaalt mijn zwoegend pedaal,
maar een zoemende kakofonie van e-bikes,
brommende bakken, steppen die flitsen,
canta’s voor hipsters, amateurs!
Het is zitten en leunen van deur tot deur.

Wie slaat er in deze chaos de maat?
Luiaards gaan hard, de snellen gaan traag.
Wie niet investeert in de weg die hij aflegt
mag van mij geen fietser heten.
Fietsen is werken. Fietsen is zweten.

Steek die dikke banden plat. Breng cadans
terug in de stad.

Met kwade groet,

De Omafiets

Marjolijn van Heemstra is de Stadsdichter van Amsterdam. Zij reageert in Het Parool op de actualiteit. Ze schreef in opdracht van Arcam (Architectuurcentrum Amsterdam) acht onder- en bovengrondse berichten aan het stadsbestuur. Doel is hiermee stadsbestuurders te wijzen op de noodzaak van integraal ontwerpen, voor mens en niet-mens, voor boven- en ondergrond. De andere gedichten zijn te lezen op: Onder- en bovengrondse berichten aan het stadsbestuur — Arcam