Optreden in Vlaanderen
Jannah Loontjens
Optreden in Vlaanderen
Waar ik direct aan moest denken, was een avond in Breda, waar ik voor een zaal gevuld met senioren over mijn roman Hoe laat eigenlijk vertelde. ‘U schrijft in uw boek dat iemand een joint rookt, die ervaring beschrijft u zo goed, ik vroeg me af hoe u aan die informatie komt?’ stelde een meneer met witte, achterover gekamde haren. Ik antwoordde eerlijk en uitgebreid. Na afloop kwamen een paar vrouwen op me af – ik schatte ze eind zeventig – die me toevertrouwden dat ze dat toch ook eens wilden proberen; wiet roken. Of ik ze kon adviseren?
Een van de aangename kanten aan schrijven is dat je je achter je personages kunt verschuilen. Je kunt ze blootstellen aan ervaringen en intieme ontboezemingen laten doen, die je van jezelf niet zomaar zou prijsgeven. Maar zodra je voor een publiek staat, krijg je algauw de vraag: hoe ben je bij dat idee gekomen? Hoe kom je aan deze informatie? Nu vond ik wiet wel een fijn onderwerp om over uit te weiden, maar vaker betreffen de vragen je kindertijd, je ouders, je gezondheid, karakter en emotionele beheersing. De grens tussen verbeelding en eigen belevingen wordt uitgedaagd. Het is opvallend hoe gretig lezers die grens verkennen, hongerig naar meer achtergrond, dieperliggende waarheden, privé-ervaringen.
Bij de verschijning van mijn boek Roaring Nineties werd ik in filosofiehuis Het Zoekend Hert uitgenodigd. Hier werd de scheiding tussen privé en publiek op een andere wijze uitgedaagd. Als je bij Het Zoekend Hert als spreker wordt geboekt, word je tevens een kamer aangeboden in het elegante art-decopandje waarin dit filosofisch centrum gevestigd is. Dit is een nogal intieme aangelegenheid, aangezien de slaapkamer zich recht boven de lezingenruimte bevindt en de bijbehorende badkamer aan het trappenhuis grenst. In de wand achter de badkuip zit van vloer tot plafond een glas-in-loodraam met een hert erin verwerkt. Wanneer je het pand betreedt is dit glas-in-loodhert het eerste wat je ziet. De organisatoren noemen het dan ook het ‘huislogo’. Om dit logo mooi te laten schitteren, moet het licht in de badkamer aan blijven.
Ter ere van het verschijnen van mijn boek hadden ze niet alleen een lezing gepland, maar na afloop ook een ‘Roaring Nineties Nightlife Event’. De organisatoren waren op pad gegaan om tweedehands discolampen, gekleurde bollen en andere lichteffecten te bemachtigen. Het publiek dat doorgaans voor bezinning en socratische gesprekken komt, greep de kans om op de dansvloer lichaam en geest te bevrijden.
Dat je als spreker in hetzelfde gebouw slaapt als waar je de lezing geeft, hoeft geen probleem te zijn. Zodra het publiek vertrekt, zou het pand sereen en stil kunnen aandoen. Maar niet als er een nineties disco is georganiseerd. In de gastenkamer dreunden de bassen door waar ik me samen met mijn geliefde terugtrok. Terwijl wij versmolten in ons eigen kleine privénightlife-event, bleven we het het publiek vlak onder ons horen praten en feesten. In onze badkamer bleef het licht aan.
Hier hield het niet op. De ochtend erna hadden ze een filosofische ‘afterparty’ geboekt, voor de ‘meer bezadigde en wereldse doordenkers’ zoals het aangekondigd stond. Om de gezelligheid tot een hoogtepunt te brengen, was schrijver Jamal Mahjoub, die héél toevallig ook mijn geliefde is en met mij in de gastenkamer verbleef, gevraagd om op deze zondagmorgen mijn boek in een wereldser perspectief te plaatsen. Zodoende rolden wij de volgende ochtend ons bed uit, badderden achter het raam met het hertenlogo – vanzelfsprekend in vol licht – en stapten zo vanuit het bad de lezingenzaal weer in.
In deze setting, waar privé en publiek steeds meer door elkaar heen begonnen te lopen, gaf ik mij, geprikkeld door een nieuwsgierig publiek, meer dan ooit over aan persoonlijke ontboezemingen, smakelijke anekdotes en openlijk intieme grapjes met mijn geliefde. Lezingenzaal, slaap- en badkamer, ik deelde ze niet alleen met mijn geliefde, maar ook met ons publiek.