SLAA

SLAA

De Poëziepodcast: Radna Fabias

Daan Doesborgh

De Poëziepodcast: Radna Fabias

Daan Doesborgh

Al bijna zo lang als ik deze podcast maak ben ik heen en weer aan het mailen met Radna Fabias. In 2018 debuteerde ze met de bundel Habitus, en nog vóór die bundel uitkwam zong het rond in dichtend Nederland dat er een indrukwekkend debuut aan zat te komen, en inderdaad kreeg de bundel lovende recensies en, ook niet geheel onbelangrijk, Radna won de C. Buddingh’-prijs voor het beste poëziedebuut. Nu is Radna met Habitus genomineerd voor de Grote Poëzieprijs, de opvolger van de VSB Poëzieprijs, de belangrijkste Nederlandse prijs die je als dichter kan winnen. En belangrijker nog: ze is deze maand mijn gast in de Poëziepodcast.

Er wordt verbouwd in Splendor, en hoewel de zaal waar ik de podcast opneem fabelachtig geïsoleerd is dringen er af en toe toch verbouwingsgeluiden tot de podcast door. Het is gelukkig allemaal niet erg storend, en Radna zorgt er wel voor dat je bij de les blijft. Haar stemvolume wisselt vaak, van zachte uitweidingen met lange pauzes, tot lachsalvo’s die ik in de montage een beetje moest dempen omdat jullie anders oorpijn krijgen. En dan is er natuurlijk ook nog het hypnotiserende gedicht van Laura Vazquez, dat Radna in de Nederlandse vertaling van Eva Wissenburg voordraagt.

Alles is langzaam aan het vallen

het huis is langzaam aan het vallen, het is langzaam aan het vallen, de kinderen zijn langzaam aan het vallen, ze zijn langzaam aan het vallen, hun monden zijn langzaam aan het vallen, de monden van de kinderen zijn langzaam aan het bewegen, en hun benen zijn langzaam aan het vallen, hun benen zijn langzaam aan het vallen, alles is langzaam aan het vallen, de stad valt, ze valt, ze is langzaam aan het vallen, de stad valt, ze is zachtjes aan het vallen, al een hele tijd, al een lange tijd, het huis valt en de mensen vallen, de monden vallen en de mensen vallen

en de onderkant van de ogen, en de bovenkant van de buik, en de binnenkant van de buik, en de binnenkant van de wangen, en de bovenkant van de wimpers, en de bovenkant van de handen, en de binnenkant van de voeten, en de onderkant van de tafels, en de onderkant van de borsten, en de bovenkant van de graven, en de bovenkant van de schedels, en de onderkant van het ik, en de bovenkant van het ik, en de bovenkant van de buiken, en de onderkant van de buiken, en de binnenkant van de buiken, alles valt valt, alles is langzaam aan het vallen, de stenen vallen, en de verbanden, en de verhalen, en de voorwerpen, en de vloeistoffen, en de beken, en de slangen, en de vloeistoffen, en het speeksel, alles valt valt

alles is langzaam aan het vallen, in de organen, in de huizen, in de verbanden, het is de wending, het is de weg, het is de methode, het is de cadans, het is een verband, het is een idee, het is een probleem, het is een idee, het is een weg, het is een gesprek, het is een relatie, het is een weg, het is de wending, het is de methode, het is de cadans

alles valt valt, alles is zachtjes aan het vallen, alles is langzaam aan het vallen, alles is zachtjes aan het vallen, in de huizen, in de perken, in de bossen, in de verhalen, in de woorden, en zonder stoppen, en zonder snelheid, en zonder kabaal, en zonder denken, en zonder lijden, het is de wending, het is wat valt

en de onderkant van de armen, en de idee van de gezichten, en de idee van de schaamte, en de idee van de vloeistoffen, en de vloeistoffen zelf, en de langzame mensen, en de goede mensen, en het leven is heel langzaam, en het leven is gevallen, en het leven is heel rustig, en het leven is heel zwaar, en het leven is het leven, en het leven is gevallen, en het leven is bezig te vallen, maar langzaam

alles is langzaam aan het vallen, in de mensen, en in de kelen van de mensen, en in de buiken van de mensen, en alles slokt alles slokt de mensen op, en in de keel en langzaamaan, en alles gaat in de keel maar langzaamaan, in het huis van de mannen, in het huis van de wolven, in het huis van de moeders, in het huis o zo donker, alle moeders donker, je geeft elkaar water, je geeft elkaar takken, je geeft elkaar brood, en alles valt erbovenop

Laura Vazquez, vert. Eva Wissenburg. Uit: Terras 11, 2016.

Radna vertelt dat ze dit gedicht zo berustend vindt, en dat poëzie die over onheilspellende thema’s gaat (bijvoorbeeld dat alles langzaam is aan het vallen) idealiter ook een beetje berusting met zich meebrengt. Het is namelijk nogal makkelijk om donkere thema’s op te zoeken en het daar dan bij te laten, de lezer een rotgevoel te bezorgen en dan weg te lopen. Als ze een exemplaar van Habitus signeert schrijft Radna vaak, ik zie er een soort disclaimer in, dat ze hoopt dat de lezer er ook een beetje om kan lachen. Dat is uiteindelijk ook de beste manier om met tegenslag om te gaan: wel de ernst erkennen, maar ook proberen er een beetje om te lachen.

Hier loopt vervolgens het hele concept van deze podcast spaak. Het kon eigenlijk ook niet veel langer dan 30 afleveringen goed gaan, en Radna vertelt dat ze geen gedicht van zichzelf gaat lezen, maar nóg een gedicht van iemand anders. Als we het maar over poëzie hebben ben ik natuurlijk allang tevreden, en concepten zijn er om van af te wijken, dus met genoegen luister ik naar het prachtige Aan de havenmeester van Frank O’Hara. Vertaling (dat dan weer wel): Radna Fabias.

Aan de havenmeester

Ik wilde me ervan vergewissen dat ik je zou bereiken;
hoewel mijn schip onderweg was kwam het vast te zitten
in wat ligplaatsen. Ik meer steeds af en besluit dan te vertrekken. Door de storm en
bij zonsondergang, met de metalen spoelen van het getij
rond mijn ondoorgrondelijke armen, het lukt me niet
om de vormen van mijn ijdelheid te begrijpen
of ik ben in de luwte met mijn Poolse roer
in mijn hand en de zon, zinkende. Ik bied
jou mijn scheepsromp en het gescheurde touwwerk
van mijn wil. De verschrikkelijke kanalen waar
de wind mij tegen de bruine lippen
van het riet drijft liggen niet allemaal achter mij. Toch
vertrouw ik op de gezondheid van mijn vaartuig; en
als het zinkt, is het misschien wel als antwoord
op het redeneren van de eeuwige stemmen,
de golven die mij ervan hebben weerhouden jou te bereiken.

Frank O’Hara, vertaling Radna Fabias (ongepubliceerd).

Radna mailde me naderhand deze vertaling met de woorden “onder deze mail tref je de gemankeerde vertaling van O’Hara”. Ik durf me deze privacyschending wel te permitteren, omdat ons gesprek eigenlijk precies daarover gaat. Radna geeft aan dat ze haar vertaling op een aantal punten tekort vindt schieten. Waar het gedicht van O’Hara een bepaalde vunzigheid heeft, in zinsnedes als “I am hard alee with my Polish rudder” of To you / I offer my hull”, vindt Radna haar eigen vertaling soms tekortschieten. Wat ik in ons gesprek niet tegen haar gezegd heb, omdat ik het me pas tijdens het monteren realiseerde, is dat ik eigenlijk “ik ben in de luwte met mijn Poolse roer” een dusdanig suggestieve zin vind dat het me moeite kostte om daarnet niet “mijn Poolse hoer” te typen, en dat heeft het Nederlands toch maar mooi voor op het Engels. Bovendien: elke vertaling is in zekere zin een gemankeerde vertaling, want er gaan nu eenmaal altijd zinspelingen en klankrijmen verloren. Het mooie is: je krijgt er ook altijd een paar nieuwe bij.

Resteert nog de vraag waarom we geen gedicht van Radna Fabias hebben gesproken. Ik vraag het Radna Fabias, die na lang wikken en wegen toch tot de conclusie moet komen dat ze het niet weet, om vervolgens in tweede instantie met een prachtig antwoord te komen. Radna is nu bezig met het belangrijke proces van wegdraaien van de gedichten in Habitus en het opnemen van zoveel mogelijk nieuwe bronnen (ik probeer hier koortsachtig het woord inspiratie te vermijden), zodat ze over een tijdje aan iets nieuws kan beginnen. Het wordt geen poëzie, maar het is nog steeds goed nieuws. Na afloop van de opnames geef ik haar op het Waterlooplein een raar oud boek over de zee. Laat dat nieuwe werk maar komen.

Volgende maand komt er een bijzondere aflevering van de Poëziepodcast, waarmee ik een belofte inlos. Op 16 maart 2018 overleed F. Starik, en ik had beloofd een mooie aflevering aan hem te wijden. Dat wordt Poëziepodcast #33, waarin ik Vrouwkje Tuinman ontvang om te praten over Starik, zijn poëzie en natuurlijk de poëzie van Vrouwkje zelf.