SLAA

SLAA

Maandagochtendstraten #7: Engert Avenue

Olivier Willemsen

Maandagochtendstraten #7: Engert Avenue

Olivier Willemsen

This is a mondaymorningstory vanuit New York. Want ook daar liggen eenzame straten te smeken om beschreven te worden. Vanochtend was ik in Engert Avenue. Een klein straatje in Greenpoint, het noorden van Brooklyn. Daar, op het trottoir van Engert Avenue, staan sinds Thanksgiving kerstbomen te koop. Ze lonkten al enkele dagen naar me en omdat ik een langere tijd in New York verblijf, besloot ik om er een te kopen.

In Amsterdam haal ik elk jaar een kerstboom in huis. Niet voor de gezelligheid, maar voor dat moment in januari dat ik de boom op straat mag kwakken. Een feestdag. Fysiek een einde maken aan een illusie. Velen van ons moesten die metafoor al in de liefde ondergaan, op straat te worden gezet als een kerstboom. Eens versierd en bezongen maar plotseling bruut afgetuigd. Als paraplu’s na een stormregen liggen de bomen verweesd tussen de weigerrotjes in de kille straten van januari. Maar zover is het helaas nog niet. Eerst dus dat onding in huis halen. Een oude man met gebreide handschoenen zonder vingers – kon het klassieker, alsof ze dat op de kerstboomverkoopschool leren – begeleidde me bij het uitzoeken. Ik ben een doorgewinterde koper, dus ik wist wat ik zocht in een boom. Ik hou van groot, van lekker vol, maar geen al te dikke kluit, van een aantrekkelijke geur, o god de geur, van een kleine afwijking voor de humor, ook heel belangrijk, en van een tedere maar ook sterke nek voor een mooie piek. Niemand wil een piek die somber op halfzeven hangt.

‘Where are you from?’ informeerde de oude man terwijl we langs een rij middelgrote boompjes liepen.
‘I’m European,’ antwoordde ik – ik heb er genoeg van om me in het buitenland als Nederlander voor te stellen en daarna dat achterhaalde beeld te moeten corrigeren dat alles er zo tolerant en open is. Met ‘European’ nemen de meeste Amerikanen genoegen.
‘This is a nice looking European tree,’ verzon de man terwijl hij een boom omhoogtilde.

Ik keurde de wonderschone takken en ging over tot koop. De grap of hij een bonnetje wilde uitschrijven zodat ik de boom over enkele weken terug kon brengen, liet ik achterwege. Daarbij had ik er onnoemelijk veel zin in om de boom van zeven hoog neer te laten ploffen. Op straat zetten is een, maar een boom van een balkon sodemieteren is helemaal een statement. De man trok een hoesje over de takken, telde met zijn ontblote vingertoppen mijn dollars, en wenste me fijne dagen. Toen ik wegliep zag ik hoe hij op een familie met een glimmende, dikke Amerikaanse jeep afstapte om hen aan nog zo’n illusie in het leven te helpen. Met mijn kerstverse aankoop onder mijn arm verliet ik Engert Avenue.

Eenmaal thuis zocht ik een mooie hoek uit. De oppashond kwispelde verbaasd toen ik met de mobiele pispaal binnen kwam zetten en zijn mand ervoor plaats moest maken. Die beesten moeten alles ook maar ondergaan. Net als ik die vreselijk eenzame en donkere kerstdagen moet ondergaan, totdat ik op een ochtend wakker word en eindelijk mag denken: er staat godmiljaar een BOOM in mijn huis! Schoenen aan. Opgeflikkerd met dat ding!

Olivier Willemsen