Stadsgedicht: rood potlood, bijlmerweide
Nieuw in Stadsgedicht
- Stadsgedicht: Van de ene tot de andere stad
- Stadsgedicht: Bloei
- Stadsgedicht: Kleine boodschappen
- Stadsgedicht: Het kon
- Stadsgedicht: Voor als je vijftien bent
- Strijd der Stadsdichters – deBuren | Brussel
- Stadsgedicht: De straten zijn van jou
- Stadsgedicht: Ruim baan voor de onzichtbaren
- Stadsgedicht: Knuffel
- Stadsgedicht: Werk in uitvoering
Het derde stadsgedicht van Anna Enquist.
ROOD POTLOOD, BIJLMERWEIDE
Hier, aan de stadsrand, wortelen huizen in weiland,
kruipt de vijver rond het eiland, gedenken bomen
fluisterend onze schaatsende kinderen, nestelt de uil.
Meer dan een vale morgen was niet nodig om dat eiland
zijn geheim te stelen, stuk te slaan, de stammen om te hakken
en de karren vol te laden met het bloedend hout.
– Zo zullen ze ook ons onaangekondigd komen halen
op een doordeweekse dag. Geveld en weggestouwd –
De blote bodem huivert. Wij, hoogopgeleid en kwaad,
vertrouwen op de rede. Beleid dicht bij de burger, inspraak,
overleg. Deelraad, gemeente, waterstaat? Een weerwoord
in het stemhokje is alles wat ons rest. Ik stap opzij.
Wie steekt een vinger naar ons uit, wie troost ons? Je kan
de vijver met rood potlood dempen, maar wie redt
de fuut die radeloos op zoek is naar haar nest?
Anna Enquist
Nieuw in Stadsgedicht
- Stadsgedicht: Van de ene tot de andere stad
- Stadsgedicht: Bloei
- Stadsgedicht: Kleine boodschappen
- Stadsgedicht: Het kon
- Stadsgedicht: Voor als je vijftien bent
- Strijd der Stadsdichters – deBuren | Brussel
- Stadsgedicht: De straten zijn van jou
- Stadsgedicht: Ruim baan voor de onzichtbaren
- Stadsgedicht: Knuffel
- Stadsgedicht: Werk in uitvoering