SLAAxTirade: gedichten door Thom Wijenberg
Nieuw in
- Afl. 3.2 Een ander Amsterdam: Roos van Rijswijk over de Amsterdam Dungeon
- Stadsgedicht: Van de ene tot de andere stad
- Afl. 3 Een ander Amsterdam: Duister Amsterdam
- Afl. 2.2 Een ander Amsterdam: Yasmin Namavar over de toren van Pathé City
- Afl. 2 Een ander Amsterdam: Torens van Amsterdam
- SLAAxAwater: gedichten door Pieter van de Walle
- Afl. 1.2 Een ander Amsterdam: Ellen Deckwitz over de kelders van de Torensluis
- De Poëziepodcast: Sophia Blyden
- Afl. 1 Een ander Amsterdam: Ondergronds Amsterdam
- Stadsgedicht: We zijn meer
Met het online project SLAAx vissen we in de vijvers vol talent van uiteenlopende literaire platformen. We werken met ze samen om jonge schrijvers uit hun stal een verhaal, gedicht of essay te laten schrijven met het losvaste thema ‘de stad’. In aflevering 11: SLAAxTirade, met een reeks gedichten door Thom Wijenberg.
Thom Wijenberg (1996) is schrijver en dichter. In zijn werk gebruikt hij camp en dromen om queerness en queer ervaringen in een heteronormatieve wereld te onderzoeken. Gedichten en verhalen van zijn hand verschenen in o.a. De Gids, De Revisor, DWB en op De Optimist. Ook droeg hij voor bij onder meer Crossing Border, Mensen Zeggen Dingen en op het Wintertuinfestival. In 2022 nam hij deel aan de Parijsresidentie van Vlaams-Nederlands Huis deBuren. Thom zit in het talentontwikkeltraject van Wintertuin en is daar ook werkzaam als talentontwikkelaar en redacteur.
brieven, of: de badmodecollectie
i.
lieve pesca,
uit de tweelingstad geen nieuws of droom
met genoeg vlees op het bot om hier voor je af te stropen
in deze hitte is iedere vorm van afronding uitgesloten
zelfs de midgaardslang bereikt zichzelf niet en hapt staartbeen,
slaphangende kruizen uit de droge aarde
alleen de woontorens groeien en daarmee mijn angst mijn knop
in een valse kleur uit te zien komen of voor altijd verknoopt
te blijven in de tijd tussen jouw gaan en komen
toch roer ik me niet, als een geschoold dier (de caracal
caracal bijvoorbeeld) til ik mijn poten een voor een op en herhaal
mijn gegeven naam tot de stilte hem vangt, uitbrandt
in de schaduw van het amsterdamse bos
zie ik ons voorbijlopen – jij een herfstblad en ik
die nooit in de zomer heb geloofd –, losgeklopt uit ons vaste rondje
wijs je aan: een wielewaaltroepiaal snackend op een bij of gifkikker
zwart-geel als cola lemon, smakelijk hoor ik mezelf zeggen
waar ik gezondheid bedoel en jij begrijpt het
ps, over de steenvruchten die je achterliet (welke steenvruchten
weet ik niet, ik ken alleen de domeinnaam) ze ogen oneetbaar, alle drie
donkerroze en niet zacht of zacht wordend – wat zou jij adviseren?
ii.
lieve pesca,
door een anachronistische tuinslang schoongespoten
liep ik gisteravond het filmhuis uit, recht in het mannenoog (altijd
in het mannenoog) daar zag ik
mijn eigen woord gespiegeld, naakt
in zwart lijnwerk: een bikini voor een oorwurm
niet het waardetransport maar de naden waarlangs de bussen
de toeristen voeren richting wat voor ons onzichtbaar blijft
het gebombardeerde centrum, een witregel
wat volgt: een catalogus aan badpakken plus mijn groeten
als ontmantelde kariatiden liggen ze onder dit bericht
drie versteende koppen, overrijp
laten de vruchten hun werkelijke gelaat zien – een hollands, een scandinavisch,
de kleinste een slavisch smoeltje onder een grijs pagekapsel
het schild waarachter de kinderloze het kind bekijkt
door de tijd alle uren (extracurriculaire ruimte)
ziet die ik om jou hang
pesca, ken je die kwade poets: de dichter
die de zon ontsteekt en er dan vlug achter kruipt, precies
zo steek jij je sigaret op en laat mij achter de punt hangen
als een portret, een bufferende scène
iii.
lieve pesca,
uitgepit en klaar met muiten lig ik aan de zwemplas
terug onder het protectoraat, deze duivenvleugel van liefde is van mij,
voor mij – zo plots als de galg
viel de loper in mijn hand en liet ik mezelf uit
een uitgaand bericht, een inkomend bericht retour: in fisheye
mijn zusje met achter haar rug een lekkende pruim (item 178d, gearchiveerd)
van zoveel betekenis is een beeld in tijden niet geweest
zegt het beeld met de frisse adem van reclamewerk: rejuvenation,
within two weeks wrinkles & dark spots will disappear, saggy skin
regains its apple-like firmness, heldergroen
sta ik in mijn geïnstitutionaliseerde blad, een cultuurplant
wuivend achter de stadswal in een nog te annexeren land
lente als een eiland in de zomer
daar rijden jij en ik elkaar in een tweekamp tegemoet
gehuld in dinsdag mijn kampioenskleur werp ik (bijgevoegd:
de eerste steen) de andere twee
leg ik op je ogen, de dood wordt blind gespeeld
maar kom, klim nu maar weer uit die medeklinkervormige tombe
of weet ik al wat je gaat zeggen als ik je uit die droge stilte hijs
Thom Wijenberg
Nieuw in
- Afl. 3.2 Een ander Amsterdam: Roos van Rijswijk over de Amsterdam Dungeon
- Stadsgedicht: Van de ene tot de andere stad
- Afl. 3 Een ander Amsterdam: Duister Amsterdam
- Afl. 2.2 Een ander Amsterdam: Yasmin Namavar over de toren van Pathé City
- Afl. 2 Een ander Amsterdam: Torens van Amsterdam
- SLAAxAwater: gedichten door Pieter van de Walle
- Afl. 1.2 Een ander Amsterdam: Ellen Deckwitz over de kelders van de Torensluis
- De Poëziepodcast: Sophia Blyden
- Afl. 1 Een ander Amsterdam: Ondergronds Amsterdam
- Stadsgedicht: We zijn meer