Santenkraam
Met: Ronelda S. Kamfer, Adriaan van Dis en Christine Otten
‘Het is poëzie die de lezer verpletterd achterlaat: macaber en hallucinerend, maar ook vol ironie en vernuft en bovenal met een sterke emotionele kracht.’
Dit citaat staat achter op de Nederlandse uitgave van Ariel (2009) van Sylvia Plath, maar zou evengoed achter op de bundels van Ronelda S. Kamfer kunnen staan: Nu de slapende honden (2010) en Santenkraam (2012).
Kamfer staat in een lange traditie van sterke Afrikaanse dichteressen: Elisabeth Eybers, Ingrid Jonker, Sheila Cussons, Wilma Stockenström, Antjie Krog. Haar gedichten zijn – binnen de Zuid-Afrikaanse context, maar zeker ook daarbuiten – grensverleggend, onthutsend, aangrijpend en zeer persoonlijk. En nergens wordt haar welk ontoegankelijk, nergens voel je je als lezer een buitenstaander. Integendeel: of je nu wilt of niet, je wordt volkomen meegezogen in haar beeldtaal en je wordt deelgenoot gemaakt van de meedogenloze en ‘veronachtzaamde’ werelden die ze schetst, en die tot voor kort niet op deze wijze in de Afrikaanse poëzie werden verwoord. Armoede, drugs, de schrijnende gevolgen van de apartheid, seksueel misbruik; je zou verwachten dat het loodzwaar zou worden, te zwaar om te lezen. Maar niets is minder waar. Met een lichte toets, een levendige verbeelding, een groot gevoel voor understatement, een hele scheut empathie en een flinke dosis humor, weet ze je steeds op het verkeerde been te zetten. Zo worden de personages die haar gedichten bevolken mensen van vlees en bloed, en komt die andere werkelijkheid van Zuid-Afrika een beetje dichter bij ons staan, met een gewond, maar al te menselijk gezicht.
Christine Otten praat met de Zuid-Afrikaanse dichteres Ronelda Kamfer, die van april tot en met juni in de Writer’s Residence aan het Spui verblijft, en Adriaan van Dis. Van Dis reisde veel door zuidelijk Afrika, beheerst de taal en schreef boeken over deze regio. In 2008 ging hij terug om een documentaire serie te maken, die bij de VPRO is uitgezonden.