Poëziecafé: Ben Zwaal
Met: H.C. ten Berge, Anneke Brassinga, Roeland Fossen, Jan Kuijper, Carol Linssen, Ben Zwaal en Miek Zwamborn.
‘Om te beginnen bij het begin’ zo opent ‘Onder het Melkwoud’ van Dylan Thomas in de vertaling van Hugo Claus. En zo opent de acteur Carol Linssen Poëziecafé Ben Zwaal met de eerste negen minuten van dit klassieke stuk der stemmen uit het stadje Llaregyb. Roeland Fossen toont zijn foto’s van de baai van Laugharne, de bakermat van Llaregyb.
C.O. Jellema schreef eens dat het hem niet zou verbazen als Zwaal een bewonderaar van Dylan Thomas is. ‘Ja, wie niet’ riposteerde Jan Kuijper fijntjes. Reden, maar niet de enige, Kuijper nu te vragen minstens zeven van zijn eigen sonnetten, tomben en albumbladen voor te lezen. Gedichten waarover Zwaal opmerkte: ‘Je loopt rond in een gebeeldhouwde taalpracht, een ogenblik later glij je uit, raak je buiten zijn zinnen. Je worstelt en komt boven in de geheimzinnigste helderheid’.
Sedert haar debuut Aurora in 1987 heeft het morgenrood in het werk van Anneke Brassinga spectraal vele rood- en blauwverschuivingen ondergaan. De gloed blijft altijd zowel onstuimig hartstochtelijk als fijnzinnig beheerst. Ook haar wijze van voorlezen weerspiegelt dit.
H.C. ten Berge schreef in 1965 in Podium een opmerkelijk stuk over de mooiste dansvoorstelling ooit (dixit Zwaal), Koert Stuyf en Ellen Edinoff in Carré. Sindsdien is Zwaal hem blijven volgen, en voedt zich met de vergezichten van zijn beelden. Ten Berge leest delen uit de series ‘Cantus Firmus’ en ‘Tijdstippen’. Met het werk van Miek Zwamborn heeft Zwaal een speciale band, voor hem het best gevat in de woorden zee en land. Zij heeft na haar roman ‘Vallend hout’ onlangs deel 125 van de gepubliceerd: ‘Het krieken van sepia’. Dit leest zij samen met Carol Linssen en Ben Zwaal voor.
Dit programma presenteert Zwaal in voortdurende, sporadische en lichte betrekking tot zijn vroegere werk in bewegingstheater BEWTH, daarbij gesteund door foto’s die hij met Roeland Fossen uitzocht.