Sonnet van Peter Swanborn
Nieuw in Poëzie
- Stadsgedicht: Het kon
- De Poëziepodcast: Nicole Sealey, live op Dichters in de Prinsentuin
- SLAAxVuurland: gedichten door Elisa Lo-A-Njoe
- Stadsgedicht: Voor als je vijftien bent
- De Poëziepodcast: Bart Chabot
- Oproep: Bezing je stad of dorp en ga viraal!
- Moederdag: gedichten van Laurine Verweijen
- 4 mei: gedichtenreeks door Emma Zuiderveen
- De Poëziepodcast: Robin Block
- Stadsgedicht: De straten zijn van jou
Zelfportret
Het voorhoofd is breed en hoog en
hoekig. Het suggereert intelligentie.
De huid is bleek, dof en na jaren
van peinzen in rimpels geplooid.
Op de neus een zware bril die ogen
moet verbergen. Ze zijn afwezig,
roodomrand en schuw als een dier
dat wegrent bij het eerste contact.
De mond is klein, gesloten, strak.
Soms gaat hij open, onverwacht,
een paar woorden, een poging tot
een gedicht. Op andere momenten
ontbreekt de moed. Zoals nu, bang
voor de spiegel, het oordeel, voor u.
Peter Swanborn, 2011, ongepubliceerd
Nieuw in Poëzie
- Stadsgedicht: Het kon
- De Poëziepodcast: Nicole Sealey, live op Dichters in de Prinsentuin
- SLAAxVuurland: gedichten door Elisa Lo-A-Njoe
- Stadsgedicht: Voor als je vijftien bent
- De Poëziepodcast: Bart Chabot
- Oproep: Bezing je stad of dorp en ga viraal!
- Moederdag: gedichten van Laurine Verweijen
- 4 mei: gedichtenreeks door Emma Zuiderveen
- De Poëziepodcast: Robin Block
- Stadsgedicht: De straten zijn van jou