Sonnet van Menno Wigman
Nieuw in Poëzie
- De Poëziepodcast: Nicole Sealey, live op Dichters in de Prinsentuin
- SLAAxVuurland: gedichten door Elisa Lo-A-Njoe
- Stadsgedicht: Voor als je vijftien bent
- De Poëziepodcast: Bart Chabot
- Oproep: Bezing je stad of dorp en ga viraal!
- Moederdag: gedichten van Laurine Verweijen
- 4 mei: gedichtenreeks door Emma Zuiderveen
- De Poëziepodcast: Robin Block
- Stadsgedicht: De straten zijn van jou
- Stadsgedicht: Ruim baan voor de onzichtbaren
De weg van alle boeken
Ik had vandaag een nieuwe pen gekocht
en zeven keer schreef ik mijn naam.
Toen moest ik huilen. God, wat huilde ik.
Ik dacht: iets scheefs verkankert mijn gedicht.
Ik zag mijn schrijfhand en ik wist.
Wat ik gedaan heb, ja – en wat ik doe.
Mijn schrijfhand is aan roken toe.
De angst. De witte wimpers van de angst
dat ik mijn leven heb verschreven.
Ik wil de hemel en ik wil de straat,
ik wil in zestigduizend hoofden ruisen
en iedereen een tand uitslaan
voor ik de weg van alle boeken ga
en roemloos bij De Slegte sta.
Menno Wigman
Nieuw in Poëzie
- De Poëziepodcast: Nicole Sealey, live op Dichters in de Prinsentuin
- SLAAxVuurland: gedichten door Elisa Lo-A-Njoe
- Stadsgedicht: Voor als je vijftien bent
- De Poëziepodcast: Bart Chabot
- Oproep: Bezing je stad of dorp en ga viraal!
- Moederdag: gedichten van Laurine Verweijen
- 4 mei: gedichtenreeks door Emma Zuiderveen
- De Poëziepodcast: Robin Block
- Stadsgedicht: De straten zijn van jou
- Stadsgedicht: Ruim baan voor de onzichtbaren