SLAA

SLAA

De Nieuwe Dichter des Vaderlands

Daan Doesborgh

De Nieuwe Dichter des Vaderlands

Daan Doesborgh

Na lang onderhandelen, veel geheimzinnigheid en een bovenmenselijk zwijgen mag nu dan eindelijk het hoge woord eruit: Tsead Bruinja is de nieuwe Dichter des Vaderlands, en daarom ook maar meteen de eerste gast van de Poëziepodcast in 2019. Het staat nog maar net op NU.nl of uw favoriete gedichtenpodcast heeft de man al in de uitzending: de Poëziepodcast zit ook in 2019 weer bovenop de actualiteit, in dit slotdeel van een drieluik over het Dichterschap des Vaderlands.

Maar van de jachtige wereld van het nieuws gaan we eerst naar de pastoraal kabbelende wereld van de poëzie. Of in dit geval is het misschien niet zozeer pastoraal kabbelend als wel woelig tegen een kade klotsend, want we bespreken een bonkig zeemansgedicht van Tsjêbbe Hettinga.

Vreemde kusten

Aan zwarte staalkabels hebben de bokken
De nacht boven zee en haven uitgetakeld.
De kreten van zeevogels, op het water
Dommelend, zijn overgenomen door meisjes
Die hoogkeels op havenjongens afvliegen.
De wind, met zout en vreemde talen geladen,
Zeilt plichtmatig als een parlevinker door
De waterstraten van de stad, de kaaien langs
Waar de houdini’s van de grote vaart vlug
De boeien van de lange deining afdoen, en
Door stegen, naar doodlopende harten, om
Lichtzinnig aan de zwier te gaan met geuren van
Lavendel, leer, knoflook, tabak, benzine.
De drukke kaaien en de moede nazomer,
De bokken en de mokkels vinden elkaar
Niet: er zoekt een zeeman, die nog landrot is. Ik.

Urenlang dool ik door het havenkwartier,
Drink in de dokkroegen: onder de dekmantel
Van nacht en neon varen rosse vrouwen
In de kooien van het wrakke schipDe Wereld
(Met pooiers aan de pompen die de tranen
Hozen). De uitgeholde boot der maan bezeilt
Zo koel de zuidelijke continenten,
Die op de waterkaarten van mijn aandenken
Schatten hebben aangekruist met de namen
Van havens, krijsende zeevogels, de grijze
Ogen van een overgestoken moeder.
Ja, alle havens lijken op elkaar, weet ik,
En, net zo, de zilverrovende vrouwen.
Kom lief, roept er een. Dat zeggen ze allemaal,
Overal. Nee, thuis wil ik zijn, al is het
Maar een nacht, en speurend wacht ik een taxi af.

Tsjêbbe Hettinga, uit: Het vaderpaard / It faderpaard, De Bezige Bij 2017.

Hettinga, overleden in 2013, was voor Tsead een belangrijke inspiratiebron. Het was dankzij een voordracht van Hettinga, en bij nader inzien misschien wel van precies dit gedicht, dat een jonge Tsead Bruinja, die naar eigen zeggen matig werk produceerde in het Engels en Nederlands, besloot dat hij ook maar eens in het Fries moest gaan schrijven. Door te dichten in het Fries ging hij beter dichten in het Nederlands, en de rest is geschiedenis. “Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat het dankzij Tsjêbbe Hettinga is dat je nu Dichter des Vaderlands bent geworden,” probeer ik. Het razendsnelle antwoord: “Nou, ik denk dat Tsead Bruinja daar ook wel een aandeel in heeft gehad.”

Over Tsead Bruinja gesproken: die heeft natuurlijk ook een gedicht van zichzelf meegenomen. In de eerste aflevering van onze podcast had ik al iemand te gast uit het nobele gilde van dichters die poëzie maken bij eenzame uitvaarten. Wie wil weten wat dat precies is, verwijs ik graag naar mijn artikel over en mijn gesprek met de betreurde Menno Wigman. Er is een aardige parallel te trekken tussen het eenzame-uitvaartgedicht dat Menno voordroeg, en dat van Tsead dertig afleveringen later. Menno gaf toe dat hij weinig sympathie voelde voor de dode, die veel ultrarechtse tatoeages had en een leven vol geweldpleging had geleid. Maar hij dwong zich er tóch toe om een liefhebbend gedicht te schrijven, wat resulteerde in de moderne klassieker ‘Aarde, wees niet streng’. Tsead vertelt dat ook hij te maken kreeg met een dode die een schijnbaar woedend leven heeft geleid, vol criminaliteit en verbroken familiebanden. Tsead besloot om juist een streng gedicht te schrijven, waarin de overledene niet gespaard wordt, wat natuurlijk ook een vorm van mededogen is.

de ogen van sibiu

was de muur niet gevallen
hadden de westerse imperialisten
niet voor al die onrust gezorgd

dan had je in een mijn mogen werken
of in een staalfabriek
hoewel de beste oplichters
zich richten op de politiek

misschien was je penningmeester
geworden van een vakbond
en laf afgeknald terwijl je
er met de contributie vandoor ging

je hoeft niet van de rand te vallen
om erachter te komen dat de wereld plat is
je hoeft maar een keer voorgelogen te worden
om je te realiseren dat we geregeerd
worden door leugens

wie de lak ziet waaronder de lauwerkrans verdort
kan die leugen bestrijden of hem inzetten
en diep onder de grond
diep onder water

in kille eenzaamheid hem tegen het zwakke licht
van de eigen waardeloze waarheid houden

nu overdrijf ik
dat zweer ik je

op deze jammerlijke vervalsing
van een kloteleven

Tsead Bruinja, gedicht voor de eenzame uitvaart van Laurentiu Ulie N., 2018.

Van de eenzame uitvaart schakelen we over op de eveneens nobele taak die nu aan Tseads voeten ligt: het Dichterschap des Vaderlands. Dit is ten slotte het slotdeel van een drieluik (luister vooral ook delen 1 en 2), en dan moet je wat kruisverbanden scheppen. Hoewel Tsead zich heeft voorgenomen om niet te veel concessies aan zijn schrijfstijl te doen, heeft hij natuurlijk ook oog voor wat Anne Vegter twee afleveringen geleden zei: dat je anders gaat schrijven als Dichter des Vaderlands. Hij doet ons ook alvast een goed voornemen cadeau: tenminste één keer, als er een mooie aanleiding voor is, wil Tsead een gedicht in het Fries schrijven, dat dan als ieder ander DdV-gedicht in NRC komt. Hij is het aan zijn stand als Friese dichter verplicht, en ook een beetje aan Tsjêbbe Hettinga.

Volgende maand spreek ik misschien wel de meestbesproken dichter van 2018: Radna Fabias. Met haar debuut Habitus torpedeerde ze zichzelf in no-time naar de top van de poëzieparnassus. Tijd voor een gesprek in de Poëziepodcast.

In de Poëziepodcast bespreekt Daan Doesborgh samen met een dichter twee gedichten: één van die dichter zelf, en één van iemand anders. Een podcast over dichters en hun gedichten, en de wereld waar ze die gedichten vandaan halen. De Poëziepodcast wordt mogelijk gemaakt door Vrij Nederland en Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam.