F. Starik, Dichter (1958-2018)
K. Schippers
Nieuw in Poëzie
- De Poëziepodcast: Ellen Deckwitz
- De Poëziepodcast: Sasja Janssen
- SLAAxdeBuren: gedichten door Ka(a)te Dejonckheere
- Stadsgedicht: Knuffel
- Vertaalslam: ‘Intifada Incantation’
- De Poëziepodcast: Edward van de Vendel
- Stadsgedicht: Werk in uitvoering
- SLAAxPoetryCircle: gedichten door Mees van Rijswijk
- SLAAxWintertuin: gedicht door Moni Zwitserloot
- De Poëziepodcast: Kerstspecial 2023
In Ruigoord springt hij op een tafel,
niet om het publiek beter te kunnen
zien, alleen maar omdat die tafel
er staat. De verdwijnkikker, die zich
zelf opheft, er heel even tijdelijk
niet is, vliegt weg en beweegt andere
dingen er openlijk te zijn. Een cirkel
op de muur verklapt de plaats van water,
kleuren op de tram, dit is lijn 13,
lijn 4. Kies F. in de gemeenteraad der
begrippen, 21 maart, hij is er al, doet
het wel alleen, zacht brullend in een
lege zaal, zingt hij de Mei in juni, nee,
al in maart of ergens in november, klote
data voor de heelheid van vergissingen.
Hij wordt een raam, een ontsnapt paard,
de knikker stuitert zonder te weten
waar hij wil gaan liggen. Wat een omweg,
de verkeerde route naar een andere plaats.
Een onvervulde wenspanne, een ets in
zijn eerste staat. Nou ik je toch bel,
plein air, onder de parasol, zie je
nog kans te verhuizen naar een ander
deel van de stad, kom je er heel
andere bekenden tegen. Het niets in
een schoen, een doos, vul je de wegen
waar je stem klinkt. Je wordt een land.
Stadsdichter K. Schippers schreef dit Stadsgedicht dat eveneens in Het Parool verscheen.