SLAA

SLAA

De Poëziepodcast: Thomas Möhlmann

Daan Doesborgh, Thomas Möhlmann

De Poëziepodcast: Thomas Möhlmann

Daan Doesborgh, Thomas Möhlmann

Van 13 tot 16 juni vindt in Rotterdam de feestelijke 50e editie van Poetry International plaats, het toonaangevende poëziefestival dat al een halve eeuw een keurkorps van dichters uit alle windstreken naar Nederland haalt. Net als vorig jaar zal ik op het festival zelf een aantal optredende dichters spreken, maar we beginnen nu alvast met de aanloop. Bij het festival verschijnt de bloemlezing De mooiste gedichten van de wereld, een uitgave van Podium, waarin 50 hedendaagse Nederlandse dichters in het archief van Poetry International zijn gedoken om een gedicht uit te zoeken. Een concept dat naadloos aansluit op dat van deze podcast, en daarom is mijn gast deze maand één van die vijftig dichters: Thomas Möhlmann.

Voor de bundel en ook voor deze podcast selecteerde hij een titelloos gedicht van Boris Ryzji. Ik hoopte al dat iemand dat een keer ging doen, en eigenlijk ook dat ze dan dit gedicht zouden kiezen, dus ik heb Thomas er één keer aan herinnerd dat hij volkomen vrij is in zijn keuze, en twee keer dat het wel heel leuk zou zijn als we het gedicht uit de bloemlezing bespreken. Thomas begreep de hint en zodoende las hij dit gedicht:

Als ik terugkom uit Nederland, geef ik je Lego,
en dan bouwen we samen een prachtig kasteel.
Je kunt jaren en mensen tot terugkeer bewegen,
en ook liefde – wat zeg ik, er is nog zoveel.
Ik ging weg voor altijd, maar terug zal ik komen,
en dan reis ik met jou naar de zon en de zee.
Of we huren gewoon iets goedkoops voor de zomer
en we tellen ons geld en misschien valt het mee.
We gaan leven en luieren tot het gaat sneeuwen.
En als zoiets niet lukken mocht eventueel –
nou, dan stuur ik, mijn zoon, je uit Nederland Lego,
en dan bouw je maar zelf een fantastisch kasteel.

Boris Ryzji, vertaling Anne Stoffel, uit: Wolken boven E (Hoogland & Van Klaveren, 2004).

Ryzji moet het hebben geschreven voor zijn zoon aan de vooravond van Poetry International 2000, waar hij enkele optredens gaf, vooral veel dronk, en zich in één klap in het collectieve geheugen van poëzieschrijvend Nederland nestelde. Het gedicht wordt extra wrang als je weet dat hij een jaar later een einde aan zijn leven zou maken, een mogelijkheid waar hij tussen de regels door al op zinspeelt.

Thomas heeft een speciale band met dit gedicht omdat hij, toen hij het las, zelf net bezig was aan een nieuwe bundel en net vader was geworden van een zoontje. Thomas Möhlmann is dan wel geen bokskampioen uit Rusland met een drankprobleem en een doodswens, maar dit gedicht landde desondanks precies in zijn wereld van dat moment. We kunnen het niet laten om de ingenieuze techniek van Ryzji te prijzen, al zeg ik dat ik het zo knap vindt dat hij zo goed verborgen houdt hoe doordacht het in elkaar zit, en Thomas zegt dat het hem verbaast dat het ondanks het strakke, consequente rijm en metrum niet irritant wordt, dus we zijn het tegelijk helemaal en helemaal niet met elkaar eens.

Elke bloemlezer in De mooiste gedichten van de wereld schreef een toelichting bij hun keuze, en Thomas had het in die zin makkelijk, omdat hij al de perfecte toelichting bij dit gedicht in huis had. In de bundel waar hij destijds aan werkte, Waar we wonen, staat namelijk een gedicht dat zowel over Ryzji als over precies dit gedicht gaat. In de bundel staan een paar regels er als motto boven, maar omdat hierboven het hele gedicht al staat heb ik die hier niet nog eens overgenomen. Behalve een perfecte toelichting is het natuurlijk een perfect tweede bedrijf van deze podcast, dus is dit ook het gedicht van Thomas zelf dat we bespreken:

Uiteindelijk
Voor Boris Ryzji

Uiteindelijk schiet je er niet veel mee op
sterven voor je dertigste, ook niet
als je wonderlijk mooie gedichten schrijft
ook die schieten er niet veel mee op
je kunt net zo goed nog even blijven
wie weet nog een paar keer op goed geluk
de juiste woorden precies op de juiste plek leggen
uit ieder buitenland een ander speelgoed mee
naar huis, je zoon zelf nog de pyjamabroek
weer om de billen trekken na de laatste plas
voor het slapengaan, de eerste zijn die hem
buiten een splinter uit zijn vinger trekt, de eerste
om hem te vertellen dat hij een zusje krijgt, ook
haar lang genoeg tegen alle dokters en haaien
van de wereld beschermen, ze allebei oud en sterk
genoeg laten worden om je later samen te begraven.

Thomas Möhlmann, uit: Waar we wonen (Prometheus, 2013).

Ik vraag aan Thomas of hij ook last heeft van waar ik wel eens last van heb: dat je dichters die je wil eren ook gaat imiteren, en hoewel Thomas eerder al vrij resoluut mijn suggestie van de hand wees dat Ryzji en hij tot dezelfde school behoren, moet hij nu toch wel toegeven dat het een wat eenvoudiger gedicht is dan hij normaal maakt, en ook, maar dat geldt voor meer werk uit die periode, een wat liever gedicht. Dat laatste komt misschien door de nieuwste publicatie van Thomas, Game of Poems, een bundel Game of Thronesgedichten die hij schreef samen met Ellen Deckwitz en Ingmar Heytze.

Tot slot blikken we nog even terug op Thomas en Poetry International, waar hij nooit als officiële festivaldichter optrad, maar wel zowel op als voor het podium kind aan huis is. De grote vraag van deze podcast is eigenlijk of Thomas er nu wel of niet bij was in 2000, toen Boris Ryzji Rotterdam onveilig maakte. Thomas weet het niet meer, en ik was toen pas twaalf, dus we houden ons aanbevolen voor foto’s en ooggetuigenverklaringen. Wordt misschien wel vervolgd.

Volgende maand zijn we nog steeds aan het vooruitblikken op Poetry International 2019 (de maand daarna blikken we terug). Mijn gast is dan festivaldichter en Poëziegeschenkauteur Tom Lanoye.