SLAA

SLAA

Beter als bang

Roos van Rijswijk

Beter als bang

Roos van Rijswijk

Beter als bang

Ze zet de reiskoffer, hij was ooit van haar vader en is bijzonder zwaar, op sommige plaatsen zitten er scheurtjes in het leer, naast zich neer op de hete stoep. Zweet. Met de folder van Zolders Busreizen wappert ze zich koelte toe. Een rolkoffer was veel handiger geweest, maar Rietje kon het gewoonweg niet over haar hart verkrijgen.

‘Fuckers!’ roept haar man ’s nachts naar buiten, waar vakantiegangers hun bagage over de klinkers laten ratelen, ‘klootzakken!’

Vroeger lachten ze kwaaie mensen uit – mensen die ditiseenstoephoor riepen als ze op zijn Gazelle van of naar het café slingerden, de bovenbuurvrouw die als ze te lang voor hun deur bleven zitten roken een emmer water over ze leeggoot. De buurvrouw is al lang dood en Hannes is een ouwe, teleurgestelde knar geworden die grappen maakt over Rietjes taalgebruik, het Mokums dat hij ooit zo lief vond.

‘Spreek even netjes,’ zei hij toen ze met zijn collega’s naar een lunchconcert gingen, ‘straks denken ze dat je PVV stemt.’

Toen hun kinderen hun voor haar pensioen, ze hadden zelfs ingezameld bij haar collega’s van Beckers Optiek, een tiendaagse reis naar Kroatië cadeau deden, zei hij: Ik ga toch niet tussen die imbecielen zitten. En zij antwoordde dat zij dat wel ging doen, hoopte dat Hannes op de ochtend van vertrek toch klaar zou staan met een koffer en pretlichtjes in z’n ogen. Dat hij – Rietje gaat met een gelaten zucht op haar koffer zitten – al jaren een grap met haar uithaalde, zou zeggen: ‘Je dacht toch niet dat ik echt zo’n ouwe zeikerd was geworden, dot?’

Maar ze is het zelf. Zij haalt een grap met zichzelf uit. Die van die vrouw die zweerde dat ze niemands sloofje zou worden. Tot haar eigen verbazing moet ze er ineens om lachen. Om haar stomme lijdzaamheid, om hoe hij op zijn vader is gaan lijken, om hoe haar kinderen, zijn kinderen, hun moeder aan het verstand proberen te peuteren dat scheiden geen doodzonde is, om hoe haar bloedeigen moeder ooit eens had gezegd dat je bij de les moet blijven, ook als alles in orde lijkt, want kerels, om hoe een oudere man die helemaal niet zoveel ouder is dan zij stil blijft staan naast haar koffer en zegt ‘dag schoonheid’, om hoe ze in vredesnaam de bus heeft kunnen missen.

Of nou ja, ze weet wel hoe. Ze was bang dat het te lekker zou zijn, tien dagen alleen.

‘Wieberen, mafkees,’ maant ze het figuur weg dat nog altijd rond haar koffer draalt.

En om haar heen de wieltjes van toeristentassen, fietsen met krakende zadels of rammelende spatborden, bussen die door niemand gemist worden, een groep Russen die achter de eigen camera’s aanloopt, hennepdampen grilldampen stoplichttikkers de doffe bas van klotemuziek uit een open raam, heerlijke rotherrie uit een raam en verderop het Centraal waar treinen piepend tot stilstand komen en ze kijkt naar haar voeten die vreselijk van haarzelf zijn, en haar handen, ook zo verschrikkelijk van haar en van niemand anders, misschien wordt ze gek, helemaal van een padje, maar dat is beter dan, nee, beter als, godsammeliefhebbe beter als báng.

Uit haar buiktasje haalt ze haar telefoon, ze moet gaan staan om beter na te denken. Het laatste bericht van Hannes is van een paar weken terug. Loopt uit ben later, dan haar antwoord, Zal ik je ophalen gaan we ergens eten, dan niks.

Rietje draait haar rug naar de zon en typt. Twijfelt vervolgens langdurig, het scherm van haar telefoon is alweer zwart. Als ze op haar schouder getikt wordt door een jongen wordt ze wakker, al had ze niet het idee dat ze stond te slapen – of mevrouw misschien even aan de kant wil gaan, er komt zo een bus bagage lossen.

‘Ja,’ zegt Rietje, ‘excuus, momentje.’

En voor ze haar buiktas dichtritst en haar koffer optilt aan die te gladde handgreep, voor ze haar hoofd eerst naar rechts en dan naar links knakt om haar nekwervels te laten kraken, voor ze een stap zet en dan nog maar een en ach ja, dat ze dus loopt, voor ze onder het lopen met haar vrije hand haar zonnebril die van haar neusbrug dreigt te glijden weer omhoogduwt, voor dat alles drukt ze op ‘verzenden’.

Zit in bus is heerlijk koel dag hoor lieverd.

//

De verwachting: Op vakantie. Verwachtingen, we hebben ze allemaal. Vooral de vakantie blijkt een prachtige bron van verwachtingen die niet waargemaakt worden. Of je nou verregent in een werptentje, vriendschappen verbreekt of vastzit in dat schitterend authentieke stadje uit de Lonely Planet dat helemaal niet meer zo authentiek bleek te zijn… De komende weken delen we hier de vakantieverwachtingen van Helena Hoogenkamp, Emma Stomp, Roos van Rijswijk en Nisrine Mbarki.