SLAA

SLAA

Noorderwoord, 14 november 2013 

Lamyn Belgaroui

Noorderwoord, 14 november 2013 

Lamyn Belgaroui

Noorderwoord, 14 november 2013 

De allereerste keer Noorderwoord, de allereerste keer dat ik sta voor een publiek dat keurig rechtop zit, de allereerste keer dat je voor mijn opkomst een speld kan horen vallen. Ik was tot nog toe zalen met losgaande jongeren gewend, waarbij de walm van zweet, bier en wiet je tegemoetkomt zodra je de tent betreedt. Ik moet nog een beetje wennen aan het idee, ik, Lamyn, Tunzi van de RTS straight outta Tuindorp-Oostzaan, huisdichter op een literaire variété-avond. De avond open ik met het Specie Trio. Ik zeg tegen de heren, speel een funky bassline voor me en de drums moeten hard! Na drie keer wat te pingelen heeft de bassist de juiste flow te pakken, juistem, zeg ik, hou dit vast zo. Ik kijk het publiek rond en iedereen zit keurig rechtop te wachten op wat er komen gaat. Ik hoor even een stem in mijn hoofd die zegt, kan je het maken om iedereen te vragen op te staan, of toch niet? Dan neemt mijn enthousiasme de overhand en roep ik yo Noorderwoord, yo Zonnehuis, goedenavond! Voordat ik ga beginnen zou ik iedereen vriendelijk willen verzoeken op te staan. Een keer knipperen met mijn ogen en iedereen staat al. In de voorste rij zie ik al een aantal mensen van middelbare leeftijd voorzichtig meedeinen op het ritme van de beat. Ik doe mijn ogen dicht, haal die adem en spit mijn eerste tekst als een draak die vuur spuugt. Aan de energie die ik terugkrijg van het publiek voel ik dat ik ook hier op de juiste plek ben. Na het optreden hoor ik een applaus dat niet onderdoet voor het applaus van een stel losgaande jongeren.
Vervolgens neem ik plaats achter in de zaal om een gedicht te schrijven over de avond zelf. Aan de ene kant voelt het als hard werken, ik wil tenslotte wel afsluiten met een keihard gedicht. Aan de andere kant ben ik aan het genieten van alle goede optredens die voorbijkomen. Aan het einde van de avond word ik naar voren geroepen om mijn net geschreven gedicht op te voeren. Christine Otten zelf, auteur en de dame die de avond op eigengereide en frisse manier aan elkaar praat, vraagt, en hoe vond je het om ter plekke een tekst te schrijven, ik reageer met, ja het ging top! Ondertussen zie ik het blad waarop ik mijn gedicht heb geschreven heen en weer schudden vanwege de trillende klamme handjes waarmee ik het vastklem. Dan ga ik rustig zitten, schraap mijn keel een keer goed en lees mijn gedicht voor uit volle borst. Alle optredens die voorbijkwamen heb ik in mijn tekst verwerkt. Van Suzanna Jansen, auteur van Het pauperparadijs, naar Nathalie Baartman die de zaal plat kreeg met haar show, tot het stuk van Malou de Roy van Zuydewijn die een ontroerend mooi stuk had geschreven over de one and only Northside legend Ome Piet. De avond maakte grote indruk op mij. Artiesten uit alle hoeken van het land met verschillende achtergronden staan daar te spelen met dezelfde passie en liefde voor hun vak. Iets in me zegt dat dit pas het begin is, dit geeft me de honger die ik nodig heb om te groeien. Ik voel me als een jonge voetballer die voor het eerst de arena betreedt en mee mag spelen met de big boys. Nooit geweten dat literaire avonden zo master kunnen zijn!