SLAA

SLAA

Een memorabel optreden

Babs Gons

Een memorabel optreden

Babs Gons

Een memorabel optreden

Het was in februari 2013… nee, maart 2015, o nee, het was op 5 april of toch november vorig jaar? Wacht, ik kies toch voor het optreden in de Tolhuistuin, of beter die in het Verkadetheater, of die avond in het Kentheater, hmmm, Antwerpen was ook te gek. Hoe te kiezen uit een aanzienlijke lijst van optredens waaraan ik met veel plezier terugdenk? En welk moment kies ik, want een optreden bestaat uit vele momenten. Allereerst is er de tijd voordat je het podium op gaat, misschien wel het spannendste moment omdat je dan nog niet weet wat je kan verwachten. Hoe is het publiek, hangt er goede energie, ken ik de tekst goed genoeg, pas ik bij de avond? En dan het moment zelf natuurlijk, het optreden. Het moment waar je naartoe hebt gewerkt, het moment dat in één keer goed moet zijn, dat niet meer overgedaan kan worden. Maar ook niet minder belangrijk, het moment erna. Bij nader inzien vind ik dát eigenlijk wel het allerspannendste moment. De reacties, hoe resoneert je performance? Welke trillingen krijg je terug van het publiek? Maar ook van jezelf, want meestal zijn we toch onze eigen strengste criticus. Soms duurt dat moment maar een paar minuten omdat je snel weggaat, maar soms duurt het moment na een optreden wel maanden of in sommige gevallen zelfs jaren. Ik heb het weleens meegemaakt dat iemand naar me toekwam om iets te zeggen over een optreden van twee jaar daarvoor. 

Gedurende het moment voor mijn optreden op 11 maart 2017 tijdens de Women’s March op het Museumplein probeerde ik me een voorstelling te maken van de setting. Gewend aan intieme theaters, zalen verlicht met spots en sfeerlichten waar het publiek in zachte zetels plaatsnam, kon ik me gewoon geen beeld vormen van een plein midden in de stad met duizenden mensen die naar een gedicht van mij gaan staan luisteren.  

Als ik ruim van tevoren op het plein aankom, zie ik in het midden het podium. Het is relatief klein en heel hoog. Via de walkietalkie van iemand van de organisatie hoor ik dat 15.000 mensen onderweg zijn van de Dam naar het Museumplein. Terwijl ik vast even op het podium klim om te voelen hoe het is om daar te staan probeer ik die 15.000 mensen voor me te zien, maar het is onmogelijk. Hoeveel mensen zijn dat per vierkante meter Museumplein? En dan opeens komen de duizenden, vooral vrouwen, aan op het plein. Het is tijd. Presentatrice Anousha Nzume heet het publiek welkom en eindigt met de aankondiging van mijn performance. En terwijl ik naar de microfoon loop, denk ik alleen maar: ‘Willen al deze mensen wel naar een tamelijk onbekende spoken-wordartiest luisteren?’ Het zal me benieuwen.  

Maar vanaf het moment dat ik begin te spreken, voor die 15.000 mensen, gebeurt er iets magisch. Na de eerste vijf zinnen van mijn verhaal begint de massa te joelen. Ik kijk achterom, is er soms een beroemdheid achter mij op het podium verschenen? Het duurt even voordat ik me realiseer dat er voor mij wordt gejoeld, voor mijn woorden. En dat blijven ze doen, na elke paar zinnen gaat het publiek los, wordt er enthousiast en goedkeurend gejoeld en gefloten. En mijn performance krijgt daardoor een heel ander karakter. Ergens diep in mij begint het te borrelen, mijn woorden worden met meer kracht dan ooit naar buiten geslingerd, ik groei zelf een meter in de lengte. Ik bouw op, ik schiet de woorden over het hele plein, de straten van de stad door, ze weerkaatsen tussen de gebouwen, glijden over de tramrails, waaien door de bomen van alle parken. Ik declameer, ik accentueer, ik scandeer, jongleer mijn woorden alsof het leven ervan afhangt. Ik voel me Martin Luther King, ik voel me Sojourner Truth, ik voel me Michelle Obama. Ik speech en er zijn duizenden mensen die luisteren. En ook al luistert maar de helft, of de helft van de helft, dan nog is het overweldigend. Maar dan het moment daarna!  

Zoals altijd stap ik een beetje schuchter het podium af en blijf een beetje verloren staan. Dan loop ik heel rustig door de massa naar de enige twee bekende gezichten die ik zie. Niemand kijkt, iedereens aandacht is op het podium gericht waar de volgende spreker alweer staat. Maar als deze spreker klaar is, een minuut of tien later, barst het opeens los. Ik word omhelsd, gekust, gecomplimenteerd. Ik ga wel 23 keer op de foto met vrolijke onbekenden. En het stopt niet als ik naar huis ga. Op mijn scherm worden nog lange tijd filmpjes en foto’s gedeeld en er komen nog een flinke tijd berichtjes binnen van mensen die zich geraakt en geroerd voelden.  

En een week later sta ik weer gewoon in een klein theater en praten de mensen aan de bar door mijn performance heen, maar voor een dag was ik wel even een dichter-superster en dat resoneert heel lang.